Omslag: design door Sven Thierie [2012]

De Kaartridder

  • De Ballade van Sint-Geertrui, sage opus 80 in 12 scenes op tekst van Arnold Sauwen [De Kaartridder, 1929], Responsorium vijfde modus O Gertrudis, Leo van Cleynenbreugel [O Gertrude 2012] en Willem van Zuylen van Nyevelt [Psalm XXVI, 16de eeuw).

     

    Dramatis personae: de Verteller (spreekstem), de Ridder (bariton Martin zangstem), de Duivelin (vrouwelijke spreekstem), groot koor (SSAATTBB), kinderstem en 7 rappers

     

    Orkest: 4 fluiten [1 en 2 ook piccolo], 1 hobo [+ engelse hoorn], 1 piccolo klarinet, 7 klarinetten I, 7 klarinetten II, 7 klarinetten III, 1 sopraan sax, 2 alt sax, 2 tenor sax en 1 bariton sax, 1 fagot, 5 hoorns, 5 trompetten, 3 tenor trombones, 1 bas trombone, 2 euphoniums, 2 tubas, keyboard, harp, pauken en slagwerk (7 uitvoerders):  (1) klokkenspel en kleine trommel/ (2) xylofoon/ (3) vibrafoon/ (4) marimba/ (5) buisklokken en hangende bekken/ (6) wood block en gong/ (7) triangel, crash bekken en grote trommel; 5 strijkers: 2 violen, 1 altviool, 1 cello en 1 contrabas

     

    Versterking: onopvallend voor strijkers en keyboard, met vervorming van de spreekstem achter de scène: met real time gelijktijdige 6 halve tonen getransponerende stem + weergalm van 7 herhalingen met 0.7" delay  + filter vanaf 1200 Hz +  reverb voor afstand effect

     

     

     

  • Duration: 55'
  • in 12 scenes: de Oude Sage, de Taveerne, de Tocht, de Schuld/ de Herberg/ Rap O gertrudis!/ de Tijd/ het Minnelied/ de Loon/ Sint-Geerten/ Nimmermeer/ Wonderbaar
  • Composed in 2011
  • Commissioned by stad Landen in het kader van de festiviteiten ‘800 jaar Landen’
  • First performance: 29.09.12 Robert Casteels (dirigent), Jan Reynaerts (regie), Erik Dello (de ridder), Leo Van Cleynenbreugel (de verteller en rapper), An Tilkens (de duivelin), Elena Dewaelheyns (kinderstem), Geert Polfliet (solo tenor saxofoon), Brenda Dewil, Marjolein Hendricx, Hallen EMI, Landen, Brabant, België
  • ISMN 979-0-9016514-6-3
  • Parts: To purchase the score, please rc@robertcasteels.com>
Programme notes:

Teksten

 

Arnold (Hubert) Sauwen (Stokkem 1857 – Brasschaat 1938) was een Belgisch-Limburgse dichter die veel inspiratie zocht en vond in de natuur van zijn geboortestreek, het Maasland. In zijn geboorteplaats Stokkem wordt de herinnering aan deze Maaslandse dichter levendig gehouden door de Kunstkring Arnold Sauwen. Hij was onderwijzer en eveneens boekhandelaar. Hij kende een reeks tegenslagen: in 1894 de dood van zijn zoon, in 1916  de dood van zijn vrouw en, omwille van een faillissement in 1920 , is hij genoodzaakt al zijn bezittingen te verkopen. Bovendien overlijdt zijn dochter in 1930. Deze tegenslagen doen het vermoeden ontstaan dat zijn  ‘Kaartridder’ uit 1929  een sterk autobiografisch gehalte heeft. Zijn literair productie is eerder beperkt, maar toch had Arnold Sauwen een eigen en gewaardeerde betekenis voor de Limburgse en Vlaamse literatuur van zijn tijd.


Het responsorium ‘O Gertrudis’ in de vijfde modus is het gregoriaans gezang ter ere van de Heilige Gertrudis van Nijvel, Maagd (626 – 659). Zij was voornamelijk vereerd in de bisdommen Luik, Mechelen en Gent.
Deze tekst wordt gebracht door de rappers.

 

Voor de creatie van ‘De Kaartridder’ schreef Leo Van Cleynenbreugel een vrije vertaling, met extra toevoegingen voor de verteller, die de tekst brengt doorheen het RAP-gedeelte. Op deze wijze werd de tekst verstaanbaar voor het publiek, maar geeft ook de innerlijke belevingswereld van de Kaartridder weer. Zijn gokverslaving en de aanbidding van Gertrudis krijgt een extra dimensie. De verteller van dienst krijgt de vrijheid om deze tekst te interpreteren. Hij mag de volgorde veranderen, zinnen weglaten (behalve de Latijnse tekst), toevoegingen doen of, uiteraard, zich woordelijk aan deze tekst houden.

 

Willem van Zuylen van Nijevelt (? - 1543), heer van Bergambacht, Aertsbergen en Ammers, heer van Darthuizen, was de dichter van de Souterliedekens. Volgens sommigen schreef hij ook in 1531 de Fonteyne des Levens. Hij was afkomstig uit Utrecht en trouwde in 1532 met Agnes Foeyt. De Souterliedekens (souter is een verbastering van psalter) is de titel van een uit 1540 daterende, in Antwerpen uitgegeven volledige verzameling Nederlandse psalmvertalingen die door de eeuwen heen populair bleven. Verschillende latere drukken getuigen daarvan.

 

De legende van de kaartridder

Te Heppeneert, een gehucht van de Limburgse stad Maaseik, bestaat er een 'Duivelsbruggetje' dat zijn naam ontleent aan de legende van de Kaartridder. Riddart, de bewoner van kasteel Borckhof, raakt na de de vroegtijdige dood van zijn vrouw aan het kaartspel verslaafd en verspeelt al zijn geld. Door zijn ziel aan de duivel te verkopen kan hij nog zeven jaar in weelde leven. Als zijn vrienden aan het eind van deze periode tijdens een groot afscheidsmaal vernemen welk lot Riddart te wachten staat, raden ze hem aan tot de heilige Gertrudis te bidden. Dan vertrekt de ridder te paard naar het bruggetje waar de duivel hem opwacht om zijn ziel op te eisen. Maar Sint-Gertrudis is ongemerkt op het paard achter de rug van de ridder mee gereden en drijft de duivel op de vlucht. Riddart keert berouwvol naar zijn kasteel terug en leeft voortaan in soberheid. Na zijn dood wordt hij op het kerkhof van Heppeneert begraven. De grafsteen, waarop drie harten en vijf ruiten waren afgebeeld (vermoedelijk de wapenschilden van de families Van de Capellen en de Heppeneert), werd later ingemetseld in de muur van de kerk. Dat er op de grafsteen geen enkele andere aanduiding stond doet vermoeden dat de ridder zelf zijn grafsteen had laten maken en dat de familie na zijn dood heeft nagelaten een passend grafschrift aan te brengen. Reden genoeg om te gissen naar de ware toedracht ervan en het doen ontstaan van een legende. Ieder (ongeletterd) volk, en zeker de erg godsdienstige middeleeuwse samenleving, had daar nood aan. Op die manier ontstond er een visualisering of verpersoonlijking van hogere en tegengestelde waarden, zoals goed en kwaad, de duivel en de heilige of God. Sagen of legenden waren eigenlijk heel concrete handleidingen voor een ‘deugdzaam’ leven. Even voorbij de kerk houdt een fontein in de vorm van een kaartspel de herinnering aan deze legende levend.
(Jan Reynaerts) (Bronnen: Wikipedia; Het Belang Van Limburg, 3 september 1995; Brochure 100 jaar in Heppeneert,1975)

Het ontstaan van de compositie

De festiviteiten rond 800 jaar Landen in 2011 gaven componist Robert Casteels de kans om een persoonlijke artiestieke ambitie te verwezenlijken, namelijk een dramatisch werk te componeren dat door de thematiek nauw verbonden zou zijn met zijn geboortestreek en tevens betekenisvol voor de uitvoerders. Na veel research met de hulp van Geschied-en Heemkundige Kring van Landen viel zijn keuze op het verhaal van de kaartridder omwille van de Faust en de ‘Wanderer’ thematiek, en de ontologische vraag: “Waarhenen gaat de tocht?”. Het voorstel van de kaartridder werd in januari 2011 door de werkgroep Landen 800 goedgekeurd. In plaats van de ‘Ballade van Sinte-Geertrudeninne’ die 146 verzen in het Oud nederlands telt, koos Casteels een half proza half dialoog tekst geschreven in 1929 door Arnold Sauwen. Sauwen’s werk met als titel ‘De Kaartridder’, is zo vloeiend dat de componist geen librettist inschakelde en op korte tijd, van 10 januari tot 13 januari 2011, de vocale partijen en pianoreductie afwerkte. Om een extra emotionele dimensie in te voegen bracht Casteels een minnelied in. Het repetitieve aspect van een latijns gebed inspireerde hem tot het componeren van een rap, deels ook om te vermijden de tweede taverne-scene een anti-climax zou worden. De orkestratie volgde in juli 2012, de instrumentale partijen in augustus. Het getal zeven (“na zeven jaren….“) dat voortkomt in het verhaal ligt aan de kern van de compositie, in maatsoorten, maatgroeperingen en het aantal thema’s.  Deze zijn als volgend:  de stijgende reine kwint la-mi (de ridder), de dalende vermeerderde kwart la – es of diabolicus in musica, vaak door tubas en lage instrumenten gespeeld (de duivel), een akkoord van zes reine kwarten (de ziel), de klankkleur van metalen slagwerkinstumenten (triangel, bekken) verbonden met goud en geld, de klankleur van houten slagwerkinstumenten verbonden met het reizen, de ritmische cel van zeven vierde noten (het kaartspelen) en tenslotte het koraal thema in reine kwarten met orgelklank (Sint Gertrudis). Voortvloiend uit het thema van de ridder is een akkoord van vier reine kwinten dat zich op- en afbouwt zoals het gewelf van een burchtpoort, steeds door hoorns gespeeld, het instrument dat traditietrouw geassocieerd wordt met adel en jacht. De muzikale taal is hoofdzakelijk modaal.

 

De creatie


De wereldpremière van ‘de Kaartridder’, georganiseerd als sluitstuk van de viering ‘Landen 800 jaar’, was een creatie met de volgende eigenschappen:


- Een hedendaagse interpretatie:
Hoewel de legende van de kaartridder haar oorsprong vindt in Heppeneert is Landen onrechtsreeks een antagonist, want de Heilige Gertrudis (626- 659) speelt in dit verhaal haar ‘helende’ rol. Ze brengt de ‘op den dool’ geraakte ridder tot inkeer en doet hem het gokken en  het ongebreideld ‘vertier’ afzweren. Ze wijst hem opnieuw het pad naar schoonheid, zuiverheid en soberheid.
Landen heeft altijd een bijzondere band gehad met de H. Gertrudis, de ‘krachtige met de speer’. Ze was de dochter van Pepijn van Landen (alhier geboren), en trad later binnen in het klooster van Nijvel, gesticht door haar moeder Ida.
Zij werd een toonbeeld van godsvrucht, enorme studieijver en eenvoud. Reeds als jong meisje maakte ze de keuze om zich te richten op de spiritualiteit. Ondanks de verlokkingen van haar rijke afkomst en omgeving hielt ze zich consequent vast aan deze keuze. Is dat niet de diepere betekenis van ‘heiligheid’, anders gezegd: ‘heelheid’ of ‘uit één stuk zijn’?
Daarom kan ze ook heden ten dage nog een baken zijn, om in een tijd van overvloed, individualiteit, vereenzaming, emotionele vervlakking en rationaliteit een tegengewicht bieden. We leven niet voor niets in een periode van crisis.
De mensheid (de op drift zijnde kaartridders?) heeft nood aan rituele figuren ( ‘heilige Gertrudissen’) om haar te helpen de weg naar de oorsprong terug te vinden dank zij het toelaten van de ‘vrouwelijke’ waarden (soberheid, eenvoud en warmte).
Heiligheid, en dus helende kracht, is in deze tijd onontbeerlijk en heeft in ieder geval een symbolische waarde, los van de historische juistheid van het verhaal en de figuren.
Dit gegeven inspireerde tevens tot het creëren van de ‘eigentijdse’ muziek en enscenering. De actuele waarde van het verhaal wordt erdoor nog meer benadrukt.

 

- Een muzikale wereldcreatie

 Dirigent-componist Robert Casteels koos voor een ‘hedendaags’ werk. Daardoor benadrukte hij via de muziek de symbolische waarde van de oude legende van de kaartridder. Noemen we het een opera, muziektheater of een hedendaags oratorium? Trachten te achterhalen tot welk genre dit werk behoort heeft weinig belang. Het publiek laat zich best onderdompelen in de ‘soundscape’ en opent liefst het  hart en niet het verstand voor deze bijzondere en unieke compositie. Enkel op deze wijze komen de achterliggende betekenissen van muzikale thema’s en instrumenten aan de oppervlakte.
De componist hanteerde heel veel symboliek in de muziek, verwijzend naar de mythologie en  naar de protagonisten. Gaandeweg worden de verborgen symbolen duidelijk. Het is een eclectisch werk, waarin verschillende muziekstijlen vervat zitten en waarin iedereen zich op bepaalde momenten in terug kan vinden.

De enscenering, de dans, het licht en de projectie zullen de toeschouwers hierbij helpen.


- Een samenwerking tussen Landense verenigingen voor amateurkunsten:


Of deze legende nu waar is of niet, ze gaf hoe dan ook na zovele eeuwen opnieuw de aanleiding tot het feit dat zo vele mensen samenwerken om iets moois te realiseren. Dat is op zich al waardevol.

Ook dit was een première: de concertband van Landen, de koren Singhet ende Weset Vro, Amici Cantemus en Exsultate, de showgroep Serbatoio en de fimclub Lavidac sloegen voor de eerste maal de handen in elkaar om dit ‘technisch hoogstaande’ concert feilloos te kunnen uitvoeren.
Het succes kon alleen gegarandeerd worden als iedereen zich zeer goed op elkaar afstemde en dit met ‘hart’ en ziel. Dit is eigen aan amateurs  of ‘lief-hebbers’ (‘amare’ staat voor beminnen). Het zijn ‘kunstminnaars’ en bij uitvoeringen vaak nog meer vertederend en ontwapenend dan vele professionele beoefenaars van de ‘schone’ kunsten.
Solidair samenwerken en het hart laten spreken zijn ontegensprekelijk remedies voor een ontspoorde maatschappij en openen de weg naar een hernieuwd gemeenschapsleven op lokaal niveau. Als een figuur zoals St. Gertrudis hiertoe inspireert, bevestigt nogmaals haar actuele waarde.
Dat heb ik mogen vaststellen bij het realiseren van deze voorstellingen en tijdens de talrijke voorbereidende bijeenkomsten. Het was mij als regisseur bijzonder aangenaam en zelfs een hele eer om hieraan mogen mee te werken.
Zeg nooit meer dat er in Landen geen hart klopt voor cultuur! (Jan Reynaerts)
 

De première


De creatie van ‘de Kaartridder’ vond plaats  29 en 30 september 2012 in de Hallen EMI te Landen. Deze voormalige kazernegebouwen werden in oktober 2011 door stad Landen in eigendom verworven. Stad Landen delegeerde de organisatie aan een stuurgroep. Podium, decorelementen, dansvloer, belichtinguitrusting, toeshouwerstribune en coulissen werden in de voormalige legerloodsen ingericht. Jan Reynaerts zorgde voor de regie. Componist Robert Casteels dirigeerde het versterkt Concertband Landen. Repetitors waren dirigent Jan Van der Ecker en pianist Frans Van Beckbergen. Uitvoeders: Erik Dello (de ridder), Leo Van Cleynenbreugel (de verteller en rapper), An Tilkens (de duivelin), Elena Dewaelheyns (kinderstem) en Geert Polfliet (solo tenor saxofoon). Drie koren vertolkten de belangrijke koorpartij: het koor Singhet ende Weset Vro, Landen en het koor Amici Cantemus, Sint Truiden, beide onder leiding van Lou Van Cleynenbreugel; het koor Exsultate, Heusden onder leiding van Bruno Sprengers. De dansschool Serbatoio uit Landen bracht choreografieën van Brenda Dewil, Marjolein Hendricx en Sonja Lambrechts. Paul Bielen en Elyon Heverlee zorgde voor het geluid en geluidseffekten, Rudi Dox voor het licht en videoclub Lavidac voor de life captatie. Last but not least figureerden in deze productie de twaalf reuzen en twee fagadengs van Landen en randgemeenten. Fagadengs zijn tweebenige paarden die tijdens de karnavalstoet in Walshoutem plotseling te voorschijn kwamen en de mensen afschrikten. De betekenis van het woord is onduidelijk. Misschien is fa-ga-deng een onomatopeia van ka-ta-klop, een beschrijving van de paardendraf, die Casteels muzikaal beschreef met de klankleur en ritme van de houten blok . In de mise-en-scene evolueerden de verteller en ridder in het eerste deel als fagadengs. De compositie, het verhaal, de teksten in Oud Nederlands, Vlaams en zelfs af en toe ‘Laânes dialekt’, de inzet van amateurgroepen, omkaderd door een team van professionals, de actieve steun van stad Landen en schepen Wilfried Roosen leidden tot een succes. De drie voorstellingen waren uitverkocht.

 

 

Purchase:
Item: De Kaartridder (full score)
Item ID No.: ISMN 979-0-9016514-6-3

Composer, conductor in Singapore with specialty in fusion music

Copyright © Robert Casteels 2021. All rights reserved.